Persoonlijke verbinding of netwerk verbinding: wat is belangrijker?
We leven in een tijd waarin verbonden zijn met een netwerk onmisbaar is. We willen online zijn. Altijd en overal. Het is natuurlijk ook fantastisch dat we flexibel kunnen werken. Mobiliteit is het buzzwoord anno nu.
Het nieuwe werken: kunnen we dat eigenlijk wel?
Vaste werkplekken verdwijnen. We werken draadloos op laptops, tablets en zelfs onze smartphone. Iedereen, van gast tot kenniswerker wil gebruikmaken van de draadloze internettoegang. Allemaal willen we snel en efficiënt gefaciliteerd worden op dit gebied. We betreden onze werkplek niet zelden met onze eigen laptop onder de arm. Even kijken waar plek is, inloggen op het wifi-netwerk en aan de slag. Maar dan rijst direct de volgende vraag: in hoeverre is iedereen binnen onze maatschappij geschikt om op deze vrije, mobiele manier te werken? Niet binnen een vast team. Zelfs niet elke keer op dezelfde locatie. Voor werkgevers is het een uitkomst: minder werkplekken, dus minder vierkante meters en medewerkers die lekker in hun vel zitten. De onderliggende reden is niet zelden kostenbesparing. Als ondernemer juich ik het fenomeen van harte toe. Toch moet ook ik erkennen dat er een andere kant is die soms minder positief uitpakt. Want in werkelijkheid functioneren veel mensen minder goed bij dagelijkse verandering.
Verbinder pur sang
Zelf ben ik, naast netwerkverbindingen, ook enorm geïnteresseerd in persoonlijke verbindingen. Vanuit die rol introduceerde ik vorige week een getalenteerde dame bij een overheidsinstantie. Beide partijen waren gecharmeerd van elkaar en toch gaat deze dame er niet aan de slag. Ze heeft namelijk NAH (niet aangeboren hersenletsel), waardoor het nieuwe werken voor haar ongeschikt is. Het geeft te veel prikkels en biedt geen structuur. Men wilde haar graag in dienst nemen, maar er waren geen mogelijkheden voor een ‘rustige’ werkplek. Begrijpelijk maar toch bijzonder, want zijn de meeste mensen niet gebaat bij zoveel mogelijk rust en concentratie tijdens het werken? Wie laat zich niet afleiden als hij weer een mailtje ziet binnenkomen? En ondanks dat je met iets anders bezig bent klik je er toch maar even op.
De kinderen van nu
Mijn zoon vroeg mij onlangs wat een leuk onderwerp zou zijn voor zijn profielwerkstuk op school. Al pratend kwamen we op het idee om te onderzoeken wat de invloed van alsmaar online zijn is op het concentratievermogen. Jongeren hebben hun smartphone altijd vast of op z’n minst heel dicht in de buurt en doen continu van alles tegelijk: berichten op social media checken, een spelletje spelen, iets opzoeken op internet. Niets lijkt ze te ontgaan via dat apparaat. O ja, en dan moeten ze tussendoor ook nog de les volgen... De groei van apps en internet of things gaat de komende jaren supersteil omhoog. De invulling van 'het nieuwe werken' is blijvend. Het is evident dat je netwerkomgeving klaar is om met deze veranderingen om te kunnen gaan. Maar zeker net zo belangrijk is ook het aanpassingsvermogen van ons mensen.